SV | Zijt sterk, en hebt een goeden moed, vreest niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings van Assyrie, noch voor het aangezicht der ganse menigte, die met hem is; want met ons is er meer, dan met hem. |
WLC | חִזְק֣וּ וְאִמְצ֔וּ אַל־תִּֽירְא֣וּ וְאַל־תֵּחַ֗תּוּ מִפְּנֵי֙ מֶ֣לֶךְ אַשּׁ֔וּר וּמִלִּפְנֵ֖י כָּל־הֶהָמֹ֣ון אֲשֶׁר־עִמֹּ֑ו כִּֽי־עִמָּ֥נוּ רַ֖ב מֵעִמֹּֽו׃ |
Trans. | ḥizəqû wə’iməṣû ’al-tîrə’û wə’al-tēḥatû mipənê meleḵə ’aššûr ûmillifənê kāl-hehāmwōn ’ăšer-‘immwō kî-‘immānû raḇ mē‘immwō: |
Zijt sterk, en hebt een goeden moed, vreest niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings van Assyrie, noch voor het aangezicht der ganse menigte, die met hem is; want met ons is er meer, dan met hem.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zijt sterk, en hebt een goeden moed, vreest niet, en ontzet u niet, voor het aangezicht des konings van Assyrie, noch voor het aangezicht der ganse menigte, die met hem is; want met ons is er meer, dan met hem.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!